Cynthia Breazeal

Toy story: hoe socio-empatische robots ons leven en werken kunnen veranderen


Mijn kinderen zijn - net als ik overigens - groot fan van de laatste Pixar films. Toy Story, Cars en Planes zijn favorieten. Lange tijd heb ik naar deze films gekeken als de nieuwe Bambi of Dombo. Een bezoek aan een sessie van Cynthia Breazeal, directeur van het Media Lab van het toonaangevende MIT, tijdens SXSW in Austin dit jaar, bracht daarin verandering. ‘The personal side of robots’ was het thema van de sessie van Breazeal.

Iconen

Robots spreken tot de verbeelding. Of het nu gaat over de androïde Data uit Star Trek, of de uit sardineblikjes gebouwde Pompy de Robodoll uit de gelijknamige Nederlandse jeugdserie. Het zijn iconen van de menselijke vooruitgang, die tot op dit moment vooral in de industrie en de ruimtevaart innovatie mogelijk hebben gemaakt. Robots nemen het zware (denk)werk van mensen over, waarbij geen socio-empatische kwaliteiten nodig zijn. Mashable publiceerde recent nog een artikel over hoe robots en drones het boerenbedrijf drastisch zullen veranderen.

Nabijheid

Er lijkt echter een volgende fase aan te breken in de ontwikkeling van robots. En dus ook een nieuwe fase in hoe robots ons werk en leven kunnen veranderen. Breazeal werkt aan de ontwikkeling van socio-empathische robots. Ze stelt zichzelf de vraag: we sturen robots naar de diepte van de zee en naar de uiteinden van het heelal. Wanneer laten we robots toe in de nabijheid van onze eigen huizen?

 

In ons persoonlijk leven komt het, anders dan in industriële en ruimtevaartstoepassingen, aan op socio-empatische kwaliteiten. Breazeal onderzoekt daarom hoe het mogelijk is om robots sociaal en emotioneel intelligent te maken. Gek genoeg vinden we het als mensen prima wanneer robots voor ons het denkwerk overnemen via artificial intelligence toepassingen. We laten ons vervoeren door onbemande voortuigen. Maar het is nog altijd controversieel om te zeggen dat robots ook empatisch zouden kunnen zijn.

 

Aanvankelijk was ik sceptisch over deze ontwikkeling, door het verhaal van Breazeal ben ik echter overtuigd geraakt van het feit dat deze ontwikkeling ons leven en werken flink gaat veranderen.

Knuffels

Breazeal toonde een aantal experimenten waarin ze er in slaagde om robots gezichtsuitdrukkingen te laten lezen en daarop adequaat te reageren. In deze video kun je zien hoe verrassend dichtbij de Kismet, de experimentele robot van Breazeal, de menselijke interactie benaderd. Tevens liet ze een aantal experimenten zien waarbij robots kinderen hielpen met oefeningen om te leren lezen of verhalen te vertellen. Deze kinderen leken al snel een band op te bouwen met deze robots, alsof het hun knuffels, Toy Story- of Planes-speeltjes waren.

Consequenties

Wat betekent dit voor hoe robots ons werk en leven in de toekomst zouden kunnen veranderen? Ik zie vijf mogelijke consequenties:

  • De sociale, empathische en esthetische dimensies van technologie worden belangrijker. Mede door deze ontwikkelingen zullen we technologie niet louter op effectiviteit gaan beoordelen, maar ook op andere kwaliteiten, zoals de socio-empatische. Nu is het al zo dat de esthetische kwaliteit van technologie voor de consumentenmarkt een grote rol speelt. Een geaccepteerde analyse van het falen van Google Glass, is dat aan de esthetische kwaliteiten van dit product nauwelijks aandacht is besteedt. Wanneer we technologie toe laten in ons leven, moet het meer zijn dan technologie alleen.
  • We kunnen alleen aanhaken bij deze ontwikkeling, met een gezonde dosis spelvaardigheden. De ontwikkeling van de socio-empathische robot vraagt om een verdere ontwikkeling van het perspectief ‘spel’ in ons leven en werken. Arne Gillert definieerde eerder zes werkzame principes van spel, waarbij 'Spelen gebruikt de imaginatie' er één van is. Imaginatie en spel horen bij elkaar. We zullen het ‘spel' met de robots moeten gaan spelen. Natuurlijk weten we dat deze machines geen levende wezens zijn. Maar we zullen er pas echt van kunnen profiteren als we ze wel als zodanig gaan behandelen.
  • De manier waarop we leren en onderwijs inrichten wordt radicaal anders. De socio-empatische robot zal de wereld van het leren en onderwijs nog verder op zijn kop zetten. Het succes van de Khan Academy laat al zien dat er een grote kloof is tussen de manier waarop jongeren leren en de wijze waarop we het onderwijs momenteel hebben ingericht. Met socio-empathische robots bereiken we een nieuw niveau om onszelf of de leerlingen in ons onderwijs individueel te begeleiden in ons leerproces. Ze kunnen kennis en informatie delen. Ze bouwen intelligentie op in waar en bij wie bepaalde kennis te vinden is. Ze zullen snel in staat zijn om op basis van de de gigantische hoeveelheid big data die beschikbaar zijn ons feedback te geven - niet alleen op inhoud, maar ook op gedrag. En ze kunnen daarbij rekening houden met sociaal en empathische factoren.
  • De (logistieke) complexiteit in ons werk en leven wordt ontlast. De socio-empathische robot wordt de nieuwe hub in ons persoonlijke en professionele leven. In de vooraankondiging van de Jibo, eveneens een product van Cynthia Breazeal, krijg je hier een aardig beeld van. Momenteel lopen we in onze persoonlijke en professionele levens aan tegen de toenemende (logistieke) complexiteit. We kunnen het gewoonweg niet meer managen. Naast meer tijd voor reflectie, mindfullness en een gezonde balans tussen werk en privé, is het tijd voor de next level; ik zie voor me dat robots ons helpen om hierin een volgende stap te maken. Ze zullen ons helpen om overzicht te houden over de vele taken en verantwoordelijkheden in ons werk en leven.
  • De ethische component van ons werk wordt steeds groter. Joost Steins Bisschop schreef in twee columns in het FD afgelopen weken over het belang van filosofie en ethiek in relatie tot de robotisering van onze maatschappij. "[Als het] zo is dat we steeds meer overlaten aan robots (…), en deze plaatsvervangers komen in een situatie dat ze een beslissing moeten nemen over ethische dilemma’s: wat besluiten ze dan? (…)” Dat hangt af van hoe we de robots programmeren. Het zal betekenen dat veel van het werk wat overblijft voor ons neerkomt op de ethische keuzes. Ethische vraagstukken worden belangrijker dan ooit, omdat we die niet kunnen uitbesteden aan de technologie.


In Toy Story, Cars en Planes worden Buzzy Lightyear, Cars McQueen of Dusty Crophopper geïntroduceerd als levend speelgoed, en socio-empathische vervoermiddelen. Mijn kinderen spelen met dit speelgoed alsof het knuffels zijn; het zijn imaginaire karakters in hun leven. Wie weet blikken we later terug op deze films en ontdekken we dat ze voorlopers waren van de technologische ontwikkelingen. Wie weet is dankzij deze films een nieuwe generatie enigszins voorbereid op een nieuwe werkelijkheid waarin niet-levende karakters beschikken over sociaal-empatische kwaliteiten.

Hoe denk jij over de toekomst van robots in ons werk en leven? Laat je reactie achter op deze pagina.

Wil je op de hoogte blijven van mijn blog posts? Schrijf je dan in voor de mailinglijst.